Opleiding tot priester

Opleiding tot priester in de Rooms-Katholieke Kerk

Het Concilie van Trente (1545 – 1563) droeg deze opleiding op aan groot- en kleinseminaries. Daar de priesteropleidingen tot dan toe onvoldoende waren geweest, werden grootseminaries kort na dat concilie opgericht. De meeste kleinseminaries ontstonden na de Franse Tijd, vanaf circa 1815. Tot het midden van de jaren zestig van de twintigste eeuw bleef deze manier van priesteropleiding grotendeels ongewijzigd bestaan. In Nederland behaalden in de jaren vijftig veel kleinseminaries de status van door de staat erkend gymnasium.
De snelle terugloop van het aantal priesterstudenten na het Tweede Vaticaans Concilie (11 oktober 1962 – 8 december 1965), de behoefte aan versterking van de priesteropleiding op universitair niveau, alsmede het toenemende gebrek aan academisch gevormde godsdienstleraren, leidde omstreeks 1967 tot de opheffing van vrijwel alle grootseminaries en tot hun concentratie in zes theologische instituten: Utrecht, Amsterdam, Tilburg, Eindhoven, Heerlen en de al vanaf 1923 bestaande Theologische Faculteit van de Radboud Universiteit te Nijmegen. Eindhoven werd in 1969 alweer opgeheven. In de jaren zeventig verwierven de overige de status van door de staat erkende en gesubsidieerde theologische faculteiten. Geleidelijk verdween echter ook het aspect van de priesteropleiding: de faculteiten leverden academisch gevormde theologen af, mannen en vrouwen, van wie velen wel in dienst van de Kerk kwamen, maar niet altijd als priester.
Het priestercorps in de bisdommen en bij de orden en congregaties begon in snel tempo te verouderen. Omdat de faculteiten slechts mondjesmaat een priester leverden, ging de bisschop van Roermond, J.M. Gijsen, als eerste over tot herstel van de seminarieopleiding in Rolduc (1974). Hoewel aanvankelijk alleen de eind 1970 benoemde bisschop van Rotterdam, A. Simonis, het Roermondse initiatief steunde, kwamen langzamerhand toch verschillende seminaries terug.
De Tiltenberg is een centrum voor kerkelijke opleidingen in Vogelenzang in de gemeente Bloemendaal. Het herbergt het Grootseminarie Het Willibrordhuis (sinds 1997 de priesteropleiding van het bisdom Haarlem-Amsterdam op HBO-niveau), het Theologisch Instituut Sint-Bonifatius, de diaken- en catechistenopleiding van het bisdom Haarlem-Amsterdam en het Centrum voor de Sociale Leer van de Kerk.
In Den Bosch is in 1986 het St. Janscentrum opgericht, waar onderwijs en vorming in één huis samengingen. In het aartsbisdom Utrecht hield het Ariënsconvict (1979) banden met de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht (waarin die van Amsterdam is opgenomen).

image003

Bovendonk te Hoeven

De opleiding van het bisdom Breda (1983) in Bovendonk te Hoeven, het vroegere grootseminarie, heeft een eigen karakter; het geeft onderwijs aan vooral oudere mannen in deeltijd, zgn ‘late roepingen’ (verder fungeert Bovendonk als conferentieoord).
In het bisdom Rotterdam functioneert het Centrum Vronestijn te Voorburg, in samenwerking met het Ariënskonvikt en Bovendonk.

image005Op 1 juli 2010 kwam er een einde aan het Ariënskonvikt, de priesteropleiding van het aartsbisdom Utrecht, dat was opgericht door kardinaal Willebrands. In 1979 begon de opleiding er met zes studenten. Het convict, waarbij priesterstudenten in de stad leven en aan een gewone universiteit een academische opleiding volgen, kwam in de plaats van seminaries. In november 2009 maakte aartsbisschop Eijk bekend dat hij het Ariënskonvikt wilde sluiten. Als redenen noemde hij geldgebrek en vooral het teruglopende aantal priesterstudenten. In de hoogtijdagen, midden jaren negentig, telde het convict 25 studenten. Het Ariënskonvikt was tevens de priesteropleiding voor de bisdommen Groningen-Leeuwarden en Breda. Met de sluiting van dit convict verdween de enige priesteropleiding in Nederland van academisch niveau. De vijf overige opleidingen zijn op hbo-niveau.
Thans staan twee vormen van theologische opleiding naast elkaar: universitaire (Nijmegen en de Theologische Faculteit Tilburg) en grootseminaries op HBO-niveau. Het priestergebrek in de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk wordt echter steeds nijpender.

image004Maandag 5 juli 2010 vond in het Sint-Janscentrum in Den Bosch, ter afsluiting van het Jaar van de Priester, een nationale priesterdag plaats met de Duitse curiekardinaal Walter Kasper uit het Vaticaan. Tezamen met alle bisschoppen van Nederland waren meer dan 200 priesters aanwezig zijn. [zie hier]

image006Een demonstratieve processie op 5 juli 2010 in Den Bosch van 200 priesters uit alle Nederlandse bisdommen sloot het Jaar van de Priester af. Bij deze gelegenheid vierden de bisdommen de priesterdag gezamenlijk en niet elk apart. [Foto Trouw/ Koen Verheijden 6 juli 2010]

 

Bronnen
J. Peijnenburg [uit: G. Harinck e.a.(red.), Christelijke Encyclopedie (Kampen 2005)]
http://www.protestant.nl/encyclopedie/themas/onderwijs/priesteropleiding
Laatste dag van ’t Ariënskonvikt in Trouw van 1 juli 2010
http://www.trouw.nl/digitalekrant/TR/20100701___/2_030/article3.pdf
Over De Tiltenberg op http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Tiltenberg en http://www.tiltenberg.com/cms/
http://www.sint-janscentrum.nl/
http://www.bovendonk-opleidingen.nl/


Bijsterveld

Groot seminarie
Het scholastikaat verplaatst naar Oirschot in 1903

Pater Dubillot, overste in Schimmert, werd op het keuzekapittel van april 1903 gekozen tot lid van de generale raad en tot algemeen econoom. Alvorens naar St. Laurent te vertrekken, heeft Dubillot nog maandenlang gewerkt aan de inrichting van kasteel Bijsterveld, de nieuwe behuizing van het scholastikaat. Overste in Oirschot werd Jean Péré, die juist zijn doctoraat filosofie behaald had in Rome. Over de vooraanstaande rol van Dubillot en Péré voor de latere Nederlandse provincie werd gezegd: ‘In realistische visie waren zij algemeen overste Lhoumeau en confraters vér en vér vooruit.’ lees verder op de website Montfortanen >