Herinneringen periode van het klein-seminarie

Montfortanen aan de Haagsche Schouw te Voorschoten

Herinneringen (en enige foto’s) uit de periode van het klein-seminarie der paters Montfortanen aan de Haagsche Schouw te Voorschoten

Bijeengezocht en geschreven door Stan Verdult
[van 1955-1958 bewoner van eerst de Haagsche Schouw en daarna Beresteyn]

De ‘apostolische school’ van de Montfortanen bleef slechts een jaar in Heiloo en vond al snel onderdak in de ruime pastorie bij de Parochie Maria Middelares van alle Genade aan de Haagsche Schouw te Voorschoten. Dat was in 1951. In de Haagsche Schouw hadden de paters Montfortanen hun Missiecommissariaat gevestigd. Ze bedienden er ook de parochie.

Dat kerkje associeer ik in positieve zin met de wekelijkse gregoriaanse zanglessen die pater Bernard ons gaf. Belangrijk dat leren zingen uit en zoeken in dat dikke missaal volgens Solemnes. Mooi vond ik dat zingen van antifonen en hymnen , fascinerend om ingewijd te worden in de melismen en neumen.

Parochie Maria Middelares van alle Genade Paters Montfortanen, Haagsche Schouw aan de Rijndijk te Voorschoten. Zie hier iets over de geschiedenis van dit kerkje

Parochie Maria Middelares van alle Genade
Paters Montfortanen, Haagsche Schouw aan de Rijndijk te Voorschoten.
Zie hier iets over de geschiedenis van dit kerkje.

De gele tram; van Haagsche Schouw naar Wassenaar - 22.10.1961. [geleend van website De Gele tram]

De gele tram; van Haagsche Schouw naar Wassenaar – 22.10.1961.
[geleend van website De Gele tram]


Nieuwelingendagen werden altijd gezelliger gemaakt met spelletjes en optredens.

Ganzenbordspel op nieuwelingendag 13 februari 1955 vlnr Stan Verdult, Ton Duivenvoorde en Harry Oranje

Ganzenbordspel op nieuwelingendag 13 februari 1955
vlnr Stan Verdult, Ton Duivenvoorde en Harry Oranje

Een scène uit dit ganzenbordspel is mij altijd bijgebleven. Wat me overkwam is een mooi schoolvoorbeeld van hoe een sterke emotie iets keihard in iemands geheugen inslijpt.Ik, Stan Verdult, deed mee, samen met twee ‘nieuwelingen’.Bij een reeks vragen die we te beantwoorden kregen moesten we een spreekwoord of gezegde afmaken. Ik moest aanvullen: “Een gegeven paard mag je niet…”

Uiteraard hád ik dit spreekwoord vaker gehoord, kon het antwoord zo gauw niet opdiepen – dacht ineens dat ik het had en zei:

“… tussen de benen kijken.”

Grote hilariteit. Ik begreep niet direct waarom er door iedereen ineens zó hard gelachen werd; de hele zaal lag dubbel.

Toen duidelijk werd wat ik fout had en dat je zo’n paard ‘niet in de bek mag kijken’, schaamde ik mij dood. Ik kon wel door de grond zakken. Ik hád immers helemaal niet ‘lollig’ willen doen en mij gewoon vergist. Maar maak – juist met zo’n antwoord – maar eens duidelijk dat je niet de lolbroek had willen uithangen en de boel niet met juist zo’n ‘vergissing’ had willen vermaken. Nog vaak heb ik mij die scène en mijn schaamte erover herinnerd.


Wandelingen

Vanuit de Haagsche Schouw hebben we in 1955 zeer veel wandelingen gemaakt naar de nieuwe vestiging Beresteyn. Daar waren de broeders bezig met een grote verbouwing en vertimmering. Wij gingen er heen om, nadat ze waren opgeknapt, gebruik te maken van de douches, waarvan er in Beresteyn veel meer waren dan in de Haagsche Schouw.

Die uitjes naar Beresteyn waren voor ons elke keer weer een hele belevenis, want behalve douchen konden we er ook heerlijk ‘struinen’. Er was in dat ±5 hectare grote terrein met bos, maar vooral in al die bijgebouwen van alles te beleven. Het was er allemaal heel oud en het stonk er, zoals verlaten, niet meer onderhouden gebouwen altijd wel gaan stinken. We wisten elkaar te vertellen dat in het hoofdgebouw alle spaan- of geperste stroplaten verwijderd moesten worden, omdat die vol ongedierte zaten…

Ik denk niet dat we er met officiële toestemming onze verkenningen uitvoerden. Maar vooral het oude scheikundelokaal trok. Daar waren nog diverse chemische stoffen te vinden, zoals zoutzuur dat we op oude stukken marmer konden loslaten. Stinkbommetjes wisten we er ook te produceren. We konden ons hart ophalen met zulke eigen heruitvindingen van de scheikunde.

Ik herinner me nog dat de overheersende kleur in al die gebouwen het ‘kapucijner bruin’ was. Van de kapucijnen die er ‘vóór ons’ in hadden gezeten.


Naast ‘ons huis’ lag een braakliggend terrein (rechtsboven op de luchtfoto bovenaan de deze pagina). Daarop voetbalden we soms zo goed en kwaad als het ging.

Ik meen me te herinneren dat we ergens in 1955 een hele tijd doorbrachten op dat terrein, omdat een buitenlandse keizer langs de weg zou passeren. Ik meen de sjah van Perzië of keizer Halle Salassie van Ethiopië. Dat gaf de nodige verwachting en opwinding, waardoor je je zoiets – vreemd eigenlijk – later nog herinnert. De geblindeerde auto’s waaraan niet duidelijk was in welke de keizer zat, waren in een zoef voorbij. Daar had je dan zolang op lopen te wachten…!

Een spel in de tuin dat we vaak speelden. Foto’s van gewone dagelijkse bezigheden zijn er jammer genoeg nauwelijks.

Een spel in de tuin dat we vaak speelden.
Foto’s van gewone dagelijkse bezigheden zijn er jammer genoeg nauwelijks.

HerinneringStan Verdult

De eerste klas bezig aan de uitvoering van de opdracht tijdens de “Grote Wandeling”, 14 juni 1955

De eerste klas bezig aan de uitvoering van de opdracht tijdens de “Grote Wandeling”, 14 juni 1955


Een paar maal maakten we een wandeling naar Katwijk. En dan was er tegen het eind van het schooljaar het feest van de Grote Wandeling, waarbij we diverse opdrachten hadden uit te voeren. Hier links eentje ‘uit volle borst’. Of er publiek bij was is mij niet bekend.
Daarna naar het strand van Katwijk aan Zee.

Aan zee

Katwijk aan zee


Iemand die voor mij heel belangrijk was, (hij zat in de derde en ging aan het eind van het schooljaar niet naar Beresteyn, maar naar Schimmert), was Fons Walters. image012(Ik heb hem hier even uit een groepsfoto gelicht). Ik was in 1954 een paar keer als nieuweling op bezoek en keek naar hem op als naar een soort idool. Ik herinner mij wandelingen naar een soort buurtcentrum, waar wij gingen spelen. Ik liep graag in zijn buurt om te horen wat hij vond of bedacht…

Fons Walters hád iets, iets ‘vrijgevochtens’ – in mijn ogen althans. Hij durfde van alles en wist dingen te ‘organiseren’, waarvoor ik veel te braaf en misschien wel bang was. Sommige jongens, zeker als ze uit een beschermende omgeving komen, hebben een model nodig om ‘uit te breken’. Zo iemand was Fons voor mij.

Of hij dat zelf heeft gemerkt of geweten, weet ik niet.

[Ik had aanvankelijk geschreven dat ik hem als eersteklasser meemaakte, terwijl hij in de derde zat, maar dat was een vergissing. Ik kan hem alleen kort als nieuweling meegemaakt hebben. In die vergissing had ik eerder ook een verkeerd fotootje gekozen uit een groepsfoto van 1955, waar hij dus niet meer opstond.]