Montfortfeesten

Uit: Hoogtijdagen met en zonder lof. Een onderzoek naar de openbare feestcultuur in Oirschot (1946 – 1994), door Hanneke van den Bogaart-Vugts.
Met toevoegingen en foto’s van Gijs van den Berg.

In augustus 2003 vieren de paters Montfortanen dat zij zich 100 jaar geleden in Oirschot vestigden, aanleiding om te kijken hoe Oirschot de grote gebeurtenissen vanaf Wereldoorlog II met de paters meevierde.

Zondag Laetare, Halfvastenzondag, was de dag van de Priesterwijdingen bij de Montfortanen. Jarenlang waren die in de kapel van Bijsterveld. Op zondag 20 maart 1955 vonden die voor het eerst plaats in de Kapel van het moederhuis van de zusters Franciscanessen aan de Koestraat. De reden was dat er eigenlijk te weinig ruimte was bij de Montfortanen voor de groep van 15 wijdelingen van dat jaar. In het verleden waren er nog wel grotere groepen geweest, maar de tijden veranderden. Men vond dat er buiten de allernaaste familie wel meer mensen getuigen mochten zijn van deze gebeurtenis. En de kapel van de zusters bood de ruimte voor meer familie en andere belangstellenden. In 1956 was de wijding weer in de kapel van Bijsterveld (6 wijdelingen) en daarna bijna onafgebroken in de kapel van de zr. Franciscanessen.

arets-zef-priesterwijding

Uitzondering was de wijding op 12 maart 1961 in de parochiekerk van Oirschot vanwege een wijdeling uit Oirschot ( Jan van Zelst) en een uit Spoordonk ( Dries van der Schoot).

In de Kronieken van Bijsterveld wordt over de wijding in 1958 vermeld dat de wijdelingen in prachtige sleeën naar het moederhuis worden gebracht door edelmoedige Oirschottenaars. Op 1 april 1962 waren de tijden veranderd en werden de wijdelingen opgehaald door Oirschotse autobezitters. En op 24 maart 1963 was het wagenpark in Oirschot behoorlijk uitgebreid en “stonden er 15 wagens klaar van bewoners van Oirschot om de neomisten en verdere zeereerwaarde en eerwaarde heren naar het Moederhuis te brengen. Voorwaar een prachtstoet! Bij het Moederhuis van de zusters is het natuurlijk een geweldige drukte “.

serenade-e

serenade-2serenade-d

serenade-c

Hoewel het klooster Bijsterveld buiten het centrum ligt, trokken veel mensen al dan niet samen met de harmonie hier naartoe om de serenade( en eventueel die van de fanfare en het zangkoor) bij te wonen. Die was in de middag rond 4 uur. Op 15 maart 1953 was de huldiging door de fanfare “Concordia”uit Spoordonk en de harmonie “Arti et Amicitiae” uit Oirschot. Deze keer was Spoordonk aan de beurt om te speechen. Dhr. Christiaan van Loon kweet zich heel aardig van deze taak. Aldus de kroniekschrijver.

Ook toen de wijdingen nog plaats vonden in de kapel van Bijsterveld was er ’s middags een serenade. In 1955 zong er ( voor de 1e maal staat er in de kronieken) een koortje van de Boerinnenbond, dat ( tot aller vermaak) “als ik een klokje was “ten gehore bracht. In 1959 werd hierover geschreven dat die serenade “telkenjare meer belangstelling trekt en deze keer zelfs overweldigend was”. Na afloop van deze serenades kregen de aanwezigen de zegen van de neomisten.

serenade-bVanaf 1963 bracht het gilde Sint Joris ( buren van de paters) een vendelgroet. In 1969 werd voor het laatst melding gemaakt van een serenade ter gelegenheid van de priesterwijdingen. In september van dat jaar verhuisden de fraters met enkele broeders ( samen 12 personen) naar Tilburg waar ze een paar flats aan de Kapelmeesterlaan betrokken. In Oirschot bleef nog een kleine communauteit van paters en broeders achter.

Al enkele jaren daarvoor was de opleiding zelf verplaatst naar Tilburg waar men zich aangesloten had bij het GIT ( Gemeenschappelijk Instituut voor Theologie Tilburg). Deze opleiding ging later over naar de Katholieke Hogeschool. Het vervoer ging met twee VW- busjes of gewoon met de lijnbus.

Na 1969 vonden er nog verschillende wijdingen plaats van Montfortanen maar dan in de woonplaats van de wijdeling.

Het opdragen van de eerste mis in de parochiekerk van Oirschot of Spoordonk door neomisten afkomstig uit die plaatsen werd onder grote belangstelling door de parochie mee gevierd. Dit gebeurde meestal de week na de priesterwijding en was gebruikelijk in heel katholiek Nederland, maar in Oirschot was het wel heel speciaal. Werden in 1947 de neomisten Nic. Poulssen en Harry van Cuyck al naar de kerk begeleid door trompetters van de rijvereniging, de harmonie, gidsen, verkenners , welpen en kajotters, in 1955 was deze stoet nog uitgebreid met het gilde O.L. Vrouwe Broederschap, de sportclub van de Jonge Boeren, Jonge Middenstand, kabouters, misdienaars, alle jongens uit de buurt en heel veel bruidjes. Hierna volgde de neomist en zijn familie, het buurtcomité en de andere buurtgenoten.

bruidjes-2 bruidjes-1

Na de mis hield gewoonlijk een bruidje een voordracht en werd het cadeau van de buurt aangeboden. De harmonie bracht een serenade en iedereen kon zijn gelukwensen aanbieden op de receptie.’S Middags droeg de nieuwe priester een plechtig lof op. Het buurtcomité was weken bezig met de voorbereidingen en zorgde onder meer voor de versiering van het huis en de straat. Iedereen langs de route naar de kerk werd verzocht de vlag uit te steken. (Er was natuurlijk niet elk jaar een plaatselijke neomist). Begin jaren zestig werden de stoeten soberder, soms alleen rijvereniging, jeugdvereniging of gilden, maar incidenteel ook nog allemaal.

serenade-3 serenade-4

In de veel kleinere gemeenschap van Spoordonk echter werd in 1962 de neomist (Gerard van der Heijden)nog naast de plaatselijke verenigingen begeleid door een zestigtal (!) bruidjes en bedroeg de opbrengst van de geldinzameling voor het cadeau ( een kelk met toebehoren) f 1302.35 , opgebracht door 55 gezinnen.

rijvereniging

Het eerste grote feest, dat de paters Montfortanen met de Oirschotse bevolking na de oorlog vierde was ter gelegenheid van de heiligverklaring op 20 juli 1947 in Rome van Z. Grignon de Montfort, stichter van de orde van de Montfortanen en Ereburger van de gemeente Oirschot. “Zelfs Jan van de Vleuten was, ofschoon hij al vele jaren bedlegerig was, bij het feest tegenwoordig”, zo stond destijds in het verslag van de feestelijkheden. Om de plechtigheden rond de heiligverklaring in Rome bij te wonen zijn verschillende paters en een Oirschotse ingezetene, mej. A. Donkers, naar de Eeuwige Stad gereisd. Een comité was geruime tijd van tevoren bezig om de feestelijkheden voor te bereiden en toen de Rome-reizigers terug waren kon het feest pas goed beginnen. Hoewel een groot deel van de feestelijkheden alleen bij de paters plaatsvond, werd de heiligverklaring opmerkelijk uitvoerig door het dorp meegevierd met een programma, dat ruim een week in beslag nam.

Donderdag 7 augustus begonnen de feestelijkheden bij de paters met de inwijding van een nieuw orgel en de opening van een tentoonstelling rond de nieuwe heilige. De volgende dag begon het feest pas goed. De kapel en het klooster waren van binnen en van buiten versierd. De gevel was bedekt met vlaggen en bloemen. De hele middenmoot van het kasteel was bekleed met groen, waartussen wit en geel geverfde dennenappels met in het midden een deel van het portret van de H.Montfort, dat ook in Rome op het St.Pietersplein had gehangen. Op de nok stond een verlicht kruis. Een beeld van de heilige was op een met mos beklede berg geplaatst met een rij engelen en vlaggen aan weerszijde. Het geheel was ‘savonds met schijnwerpers verlicht. (De installatie hiervan kostte nog bijna mensenlevens doordat de ladder met een frater erop doormidden brak en deze bij zijn val nog maar net twee medefraters onder aan de ladder kon ontwijken.) Verder werd het feest bij de paters ‘in intieme kring’ gevierd met een plechtige Hoogmis, een feestzitting en Lof. Zaterdag was er een plechtige Communiteits-mis voor de gestorven paters en ‘s avonds Plechtig Lof. Op zondag was er ouderdag op het klooster, waarbij de pontificale hoogmis werd opgedragen door de Z(ijne) H(oogwaardige) Exc(ellentie) Mgr(monseigneur) F. Bruls en het Lof met de preek van pater Polman werd door de KRO als ziekenlof uitgezonden.

‘s Avonds was er een feestelijke bijeenkomst in de feestzaal voor de ouders. Maandag was er een Communiteitsmis voor de geestelijke en tijdelijke belangen van het Scholastikaat. In het kader van de Montfortfeesten werd op dinsdag een studiedag georganiseerd met een inleiding van pater H.v.Cuijk. ‘s Avonds repeteerde het zangkoor met het gemend koor “Christiaan van Ameiden” bij de paters de lofzangen voor de a.s. zondag. Woensdag 13 augustus was er een plechtige mis voor ‘de weldoeners’: er was f 2007,08 bijeengebracht en de broeders en fraters hadden gaven in natura opgehaald. ‘s Avonds werd het toneelstuk “Marie-Louise, de dwaasheid der Liefde” opgevoerd, geschreven door pater J.van Bentheim, s.m.m. (Marie-Louise heeft tegelijk met de H.Montfort de zustercongregatie gesticht van de Dochters der Wijsheid).

Op donderdag werd de vigiliedag voor Maria Hemelvaart gevierd en was het tevens missiedag met een plechtige pontificale hoogmis, opgedragen door mgr. J. Gunnarsson, bisschop uit IJsland.Veel missionarissen van de congregatie waren hierbij aanwezig, maar ook de zelatricen (collectanten) uit de buurt. Om 8 uur ‘s avonds begon in de parochiekerk een Tridium, te geven door een pater Montfortaan. Ter afsluiting van de feestelijkheden werd op zondag 17 augustus een groots dorpsfeest door de paters aangeboden aan de Oirschotse bevolking. Bij het begin van het “Kasteelpad” werd een boog geplaatst met daarop de nieuwe naam: “Montfortlaan”. Acht trompetters te paard openden de stoet naar de St. Pieterskerk, gevolgd door de harmonie. Hierna een ‘lange sliert’ fraters en broeders te voet en de paters in koetsjes. “Langs de weg stond als een haag het glimlachende volk van Oirschot”. Bij de Hubertus’stallen ( waar waren die? H.v.d.B.) voegden zich bruidjes bij de stoet. Na terugkomst hield Janus Kemps als voorzitter van het feestcomité een toespraak. De bruidjes legden bloemen bij het beeld van de H. Montfort en kregen een prentje en zuurtjes. ‘s Middags defileerden circa 40 Oirschotse verenigingen voor het klooster (waaronder ‘zelfs’ zes kaartclubs en biljartclub “Krijt op Tijd”), waarna er eerst een plechtig lof werd opgedragen op de zogenaamde Duivenwei achter het klooster.

Hoewel het koor van “Christiaan van Ameijden” geoefend had op een speciaal voor de gelegenheid geschreven cantate, moest op het laatst de samenstelling van het koor gewijzigd worden: er gold een verbod voor gemengd koor, ook tijdens een lof in de openlucht, zodat de dames hun plaats in het koor moesten afstaan aan de paters. Na afloop van het lof begon het feest met een dans door de boerinnenbond en de jonge boeren vormden een pyramide. De burgemeester hield een toespraak en overhandigde een “zeer, zeer grote gift” aan de paters. De opbrengsten van de fietsenstalling ‘bij “Doruske van Driekske van Doruske” naast de paters was voor het Thuisfront en bracht f 86,16 op. Terwijl ‘s avonds het klooster en de tuin baadde in het licht gaf de harmonie een serenade en zong het koor van Christiaan van Ameijden. In de tussentijd mocht ook het klooster bezichtigd worden. “Wat was het een vreugde voor ons de oude Moederkens met de witte kappen (poffers), die hun goedheid zo stralend over het gezicht dragen, binnen te laten in ons klooster. Ook de boerkens kwamen met hun kromme pijp en hun gulle lach” schreef destijds een pater.

In 1953 vond het tweede grote feest plaats dat Oirschot vierde samen met de paters, nu ter gelegenheid van de herdenking van “de vijftigjarige vestiging van het Scholasticaat der Paters Montfortanen in Oirschot”. Het programma zag er als volgt uit:
Zaterdagavond 8 augustus ‘liep heel Oirschot uit’ voor het begin van het feest met een concert door de Philips Harmonie op de ‘feeëriek’ verlichte Duivenweide achter het kasteel Bijstervelt. Na het concert hield burgemeester Steger een toespraak. Ook de oude heer Beliën, die 50 jaar geleden de paters in het Frans verwelkomd had bij hun intrek op Bijstervelt, zorgde voor een ‘indrukwekkend’ ogenblik toen hij het podium beklom en na het “Lang zal hij leven” door de harmonie nog opmerkte dat dat voor hem niet meer zo geschikt was, gezien zijn hoge leeftijd. De avond werd besloten met een taptoe door de Philips’ Harmonie op de Markt. In zijn dankwoord zei de burgemeester: “Oirschot en Eindhoven groeien naar elkaar toe. Maar ik hoop, dat er de heide toch tussen blijft liggen!….”
Tegen de voorspellingen in begon de zondag met schitterend weer. Evenals bij het vorige feest begeleidde een stoet van hoornblazers van de rijvereniging, de sportclub van de jonge boeren en boerinnen, verkenners en gidsen, harmonie en fanfare de paters en fraters, nu beiden te voet, alleen pater Overste met naaste medewerkers zaten in twee rijtuigen, naar de kerk. Om 10 uur begon een solemnele hoogmis in de parochiekerk van St.Petrus Banden met medewerking van het zangkoor van de paters. In zijn feestpredicatie vertolkte deken De Vries de gevoelens van de bevolking voor de paters.

De optocht na de mis werd op Bijsterveld verwelkomt door de buurt. Namens hen sprak de voorzitter van het comité, Th. Van Overbeek, en bruidjes boden een 1.66 m lange en een halve meter brede krentenmik aan (waarin 16 pond krenten verwerkt). De kinderen van de Straatense school zongen “een liedeke, eenvoudig kinderlijk, maar des te mooier”, waarna pater Overste een welgemeend dankwoord sprak. De receptie van half een tot 2 uur ‘was een komen en gaan van dorpsbewoners en van vrienden (…) en vele kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders’. Om 6 uur begon de officiële huldiging met een gloedvolle toespraak van burgemeester Steger en de aanbieding van een envelop met ruim f 4.000.=. Baron Bentinck bood als voorzitter van het feestcomité namens de stoelenfabrikanten nieuw meubilair voor de leslokalen aan. De Vessemse pastoor Beekmans sprak namens de omliggende parochies en overhandigde daarbij ook een envelop. Hierna volgde een concert door fanfare Concordia uit Spoordonk, het mannenkoor “St. Caecilia” uit Tilburg en “Arti en Amicitiae” onder leiding van de heer H.Pos. Tijdens de pauze van het concert kwam een gondel de gracht opvaren, van waaruit een ‘geschiedschrijver van Bijsterveld’ zijn verhaal vertelde, begeleid door een waternimf.

Op maandag 10 augustus was het feest voor het convent in intieme kring, waarbij mgr. Mutsaerts, bisschop van ‘s-Hertogenbosch, het lof opdroeg in de kapel met de nieuwe ramen, kruiswegstaties en beschilderingen door de kunstenaar Jaap Min.
“Het gouden feest van de paters Montfortanen zal opgetekend worden in het gouden boek van Oirschot (…)” zei burgemeester Steger in 1953 zijn dankwoord. Dat beide feesten zo groots gevierd werden is temeer opmerkelijk, omdat het zo vlak na de oorlog een tijd van zeer zware economische omstandigheden en drukke herstelwerkzaamheden was. Desondanks leverden veel Oirschottenaren veel inspanning om zoveel dagen achter elkaar en in zo grote getale deel te nemen aan de festiviteiten. Na afloop in 1947 zong men:

“Orskot mi zunne skonnen torre
mi ne krans van bos en hei
Orskot hi zich laten horre
Op de paters duivenwei”.