Einde der Montfortaanse opleidingen

Het einde der Montfortaanse opleidingen

Door Gijs van den Berg

BUNDE-ZEVENAAR-OIRSCHOT

In 1965 werd de broederopleiding in Bunde gesloten. Al jaren was er een samenwerking met de broeders van Maastricht. Dagelijks fietsten er een aantal jongens naar Maastricht. Toen de broeders uit Maastricht vertrokken naar Zevenaar, konden de montfortanen niet anders doen dan meegaan. Daar werd een muloschool omgevormd tot een vakschool voor de opleiding tot timmerman, schilder, bankwerker, kok en elektricien. Er werd flink geïnvesteerd in deze opleidingen. De nieuwste machines en een moderne keuken hoorden bij de inrichting. De overste van Bunde, pater Hustin, ging niet mee. In Zevenaar werd pater Bernard, jarenlang prefect in Beresteyn, overste. Vanuit Bunde kwamen de paters Jo van den Asdonk en Peter Stevens, de eerste voor de rekrutering en de ander voor godsdienstleraar en surveillance. Peter Stevens voelde zich al gauw overbodig en kreeg andere werkzaamheden. “De broeders van Maastricht waren bevoegde leerkrachten en deden alles beter dan wij”. Ook Jo van Asdonk vertrok en werd in 1968 opgevolgd door pater Jacob Janssen, afkomstig uit de opleiding in Schimmert.

vlnr br. Pius, Frans de Bresser, Gerard Langelaan ( broeder van maastricht) en Ton Dieker

vlnr br. Pius, Frans de Bresser, Gerard Langelaan ( broeder van maastricht) en Ton Dieker

De broeders Jacobus ( Mathias Muitjens) en Bona ( Math Heijdendael) gingen als vakkrachten mee, respectievelijk voor de Timmeropleiding en de Schilderopleiding. Daarnaast kwam voor de koksopleiding br. Pius ( Hub Packbier). Hij had meer dan 10 jaar de keuken beheerd in Beresteyn en was ook nog in Rome bij het generalaat kok geweest. Voor hem was het een grote overgang. Nu hoefde hij niet meer dag en nacht voor de paters klaar te staan als er weer iemand vanaf Schiphol laat in de avond of nacht arriveerde. Hoewel hij met plezier op zijn tijd in Beresteyn terugkijkt was dat toch wel erg belastend. En in Rome was er nooit tijd geweest om de stad eens goed te bekijken. Nu werd hij belast met de opleiding van de jongens tot kok en kreeg hij de gelegenheid om zich d.m.v. cursussen te ontwikkelen tot een veelzijdig kok mét diploma’s.

uit het Schoolblad “Team” juni 1966

uit het Schoolblad “Team” juni 1966

De opleiding in Zevenaar kenmerkte zich door een grote gezamenlijkheid van de montfortanen en de broeders van Maastricht. De jongens leefden door elkaar en met elkaar, volgden
samen de lessen en hadden dezelfde slaapzalen met chambrettes en dezelfde recreatieruimtes. Alleen hadden de montfortanen een eigen zomerkamp voor “hun jongens”en hielden de broeders een eigen vakantieweek in Maastricht. Wel was er, volgens een van de jongens die toen de opleiding volgde, een subtiel verschil tussen de jongens van de broeders en die van de montfortanen. De rekrutering vond toch wel plaats in verschillende milieus. Die van de broeders waren meer de “Heertjes”en die van de montfortanen de “Boertjes”. Zo reden de heertjes op een Puch, Tomos of Honda en de anderen op een Sparta, Kreidler of Zündapp ( de buikschuivers).

Gelegenheid waarbij de koks in spé moesten laten zien dat ze dit ook konden

Gelegenheid waarbij de koks in spé moesten laten zien dat ze dit ook konden

Geheel onverwacht, want in het Juvenaatsblad “Team” wordt in december 1968 nog een volledig jaarrooster 1969 gepubliceerd, wordt de opleiding in 1969 gesloten.
De reden van de sluiting is niet helemaal duidelijk. Het kan niet alleen aan het aantal leerlingen gelegen hebben. Het schooljaar 1967-1968 begon met precies 100 leerlingen. Tot de achterban van de broeders
van Maastricht behoorden 44 jongens en tot die van de montfortanen 50. De rekrutering was dus zo slecht nog niet. Daarnaast waren er nog 6 jongens die niet in het internaat verbleven, afkomstig uit de directe omgeving. Zij worden vermeld als behorend tot het Eksternaat. Op de foto die gemaakt werd bij gelegenheid van de sluiting staan nog 76 leerlingen. Meer voor de hand ligt dat er steeds meer studenten naar Zevenaar kwamen zonder de bedoeling te hebben om broeder te worden, maar voor wie de ouders alleen een gedegen opleiding zochten. De broeders van Maastricht ( en de montfortanen waarschijnlijk ook) voelden er niets voor om een gewoon internaat te worden.

Slotfoto broederopleiding Zevenaar zomer 1969.

Slotfoto broederopleiding Zevenaar zomer 1969.

Op de 1e rij 8e vanaf links pater Bernard. Op de 2e rij van af links nr. 2 Jacques Camps, nr 6 Frans de Bresser, nr 9 pater Jacob Janssen en 10 br. Pius. Op de 3e rij vanaf links 4e Ton Dieker, Op de 4e rij vanaf links nr 8 Antoon Schakenbos en 9e Toon van Noye. Op de 6e rij vanaf links nr 6 Jan Lathouwers.

image002

Met 12 jongens uit de hoogste klassen vertrekt pater Bernard vanuit Zevenaar naar Oirschot. ( De mogelijkheid om naar Beresteyn te gaan was ook nog onderzocht). In Oirschot, in het gebouw van het voormalige scholasticaat wordt de opleiding voortgezet met praktijklessen timmeren en machinewerk o.l.v. br. Willy Dieker en br. Charles Heynen. Theorie wordt in de omgeving en Tilburg opgedaan. Maar al snel haken de meesten af. Zo gezellig zal het niet geweest zijn in een groot gebouw dat niet voor niets een paar jaar eerder door de theologiestudenten was verlaten. De groep deed actief mee aan de diensten in de parochiekerk van Oirschot waar de moderne liturgie ( de beatmis) haar intrede had gedaan en dat was wel gezellig. Niet in de laatste plaats omdat er ook meisjes meezongen en die bleken van dichtbij geen vreemde wezens te zijn. In Zevenaar was dat wel anders geweest.
Een paar doen nog een “solidariteitsbelofte” en sluiten zich later nog aan bij de twee groepen montfortanen en aspirant-montfortanen die al in Tilburg woonden. Dat waren Frans de Bresser, Henk Kanninga, Harry van de Sande en Anton van Noye. Jacques Camps had al eerder een andere weg gekozen. Twee jongens die van de priesteropleiding in Beresteyn overgestapt waren naar de broederopleiding in Zevenaar, Jan Lathouwers en Antoon Schakenbosch, komen ook nog naar Oirschot. Jan woont ook nog even bij de groep van Wiel Logister in Tilburg ( zie verderop in het overzicht).
De opleiding in Zevenaar en het vervolg in Oirschot heeft voor de montfortanen uiteindelijk niet veel broeders opgeleverd. Alleen Jan Lathouwers en Anton van Noye hebben zich aangesloten. Jan deed zijn eeuwige professie in 1982 en was jarenlang kok in Beresteyn en Anton deed ook zijn eeuwige geloften, werkte lange tijd op Beresteyn en zijn grote wens ging in vervulling toen hij in 1988 naar Brazilië kon vertrekken. Daar stichtte hij Sitio Agar, een centrum voor verstoten Aids-kinderen.

SCHIMMERT-VROENHOF-OIRSCHOT

Ste Marie in Schimmert was als seminarieopleiding al beëindigd in 1968 en bleef nog bestaan als convict/internaat tot 1973. De jongens volgden een opleiding in de omgeving o.a. in Geleen en Heerlen. De zesde klas van schooljaar 1965-1966 telde 14 leerlingen: 7 alfa’s, 5 beta’s en 2 gamma’s. Hiervan deden er zeven hun intrede in het noviciaat in Vroenhof/Valkenburg op 8 september 1966. Niemand kon vermoeden dat dit de laatste novicen zouden zijn. In Vroenhof liepen ze nog volop in toog o.l.v. novicemeester (magister) van Heusden en socius Chris Corbey. In Oirschot hadden de fraters de gewone mensenkleren al omhelsd. Dit tot groot ongenoegen van de magister die vond dat de scholastieken een slecht voorbeeld gaven.

albschimmert

Klassefoto 1930 (met lange broek Albert De Lahaye

schimmert 1 16

schermafbeelding-2016-11-24-om-16-29-37

Schimmert nog in de bloeitijd: in 1950-1951

schimmert_1950-51_namen_klein

Schimmert nog in de bloeitijd: in 1957-1958

Schimmert nog in de bloeitijd: in 1957-1958

schimmert_1957-58_namen_klein

Aan het noviciaatsleven kwam abrupt een einde toen een brand op 31 mei 1967 Vroenhof niet helemaal in de as legde, maar een noviciaatsverblijf daar verder onmogelijk maakte.

Eerder was al bekend dat landelijk het noviciaat zou worden afgeschaft in september van dat jaar. Dat besluit lag in het verlengde van de sluiting van de groot- seminaries en de concentratie van de theologieopleidingen in o.a. Tilburg en Amsterdam.
De novicen vertrokken op 11 juni naar Oirschot d.w.z. vijf van de zeven: Pierre Brouns, Charles Frehen, Joop Jacobs, Bert de Kleyn en Anton van Vlijmen, die nog van Beresteyn kwam.
Hun nieuwe novicemeester werd pater Bilo, die daar al huisoverste was. Maar voortzetting noviciaat oude stijl zat er niet meer in. Een nieuwe invulling werd gevonden door een maand of twee te gaan werken in de zwakzinnigenzorg in Huize Assisië in Biezenmortel.
In september 1966 hadden de montfortanen zich aangesloten bij het G.I.T., de concentratie van grootseminaries in Tilburg. De studenten bleven( voorlopig) nog in Oirschot wonen. In september 1967 vormden deze vijf oud-novicen, inmiddels bevorderd tot “frater met tijdelijke gelofte” samen met vier fratersaspiranten de eerstejaars montfortanen. Deze laatste vier konden na hun eindexamen in Schimmert meteen aan hun theologiestudie beginnen: Wim Habets, Willy Lemmens, Piet Voncken en Wim Hamersma, die nog afkomstig was uit Beresteyn.

BERESTEYN (VOORSCHOTEN)

In de jaren 1967 en 1968 waren de laatste studenten uit Beresteyn rechtstreeks en niet meer via Schimmert naar Oirschot gekomen. Dat waren Rob Bunnig van de opleiding Schola Carolina in Den Haag en Jan Kaptein van het Adelbertcollege uit Wassenaar.einde-der-montfortaanse-opleidingen1-kopie-5Al vanaf 1965 was er op Beresteyn de mogelijkheid om ook een andere opleiding dan het gymnasium te volgen. Het begon met de ULO opleiding op de R.K.school Emmanuel te Voorschoten. Een jaar later gingen er studenten naar het Adelbertcollege te Wassenaar voor de HBS opleiding.

In de Kronieken van Beresteyn is het volgende te vinden. Met als opmerking “Mocht ook dit mislukken, dan is het einde definitief in zicht”.Scan 2

Blijkbaar was het einde toch nog niet gekomen want drie jaar later (1973) werd er geadverteerd in de Tijd: dagblad van Nederland. Pagina groot stonden er onder de kop “Onderwijs en opvoeding” advertenties van meerdere internaten voor zowel jongens als voor meisjes. Deze advertentie verscheen op 10 febr., 10 maart, 21 april en 12 mei 1973. Het internaat sloot zijn deuren pas 13 jaar later, in 1983.

ddd_011236310_mpeg21_p020_image

Op eenzelfde soort pagina in de Tijd van 24 mei 1958 hadden de Montfortanen ook al eens geadverteerd maar toen etaleerde men nog de hele montfortaanse aanwezigheid in Nederland.ddd_011238781_mpeg21_p006_image

Een jaar later(1974) starten de internaten in gezamenlijkheid een offensief onder de noemer “Stichting Schoolinternaten Nederland”.

Onder de wervende kop “ Wie gaat er vandaag de dag nog naar een internaat? “ wordt er in de Tijd, in opvallend formaat, geadverteerd in een reeks gedurende het voorjaar van 1974 ( 12 jan., 2 febr., en 8 en 18 maart).ddd_011236536_mpeg21_p041_image

Een jaar later (1975) komen er gelijksoortige advertenties in NRC Handelsblad gedurende het hele voorjaar ( 22 febr., 20 en 29 maart, 17 april, 17 en 28 mei en 19 juni ). Ook in 1976 en 1977 staat de advertentie in NRC Handelsblad, maar dan maar eenmalig op 19-06-1976 en 28-05-1977.KBNRC01_000027167_mpeg21_p028_image

In 1978 waagt Beresteyn nog eens een poging door op 1 maart een advertentie te plaatsen in de Telegraaf gericht op ouders met een moeilijk opvoedbare zoon. De gevolgen van deze advertentie zijn terug te vinden in een opvallend aantal incidenten zoals vechtpartijen en diefstal, die te lezen zijn in de Kronieken.ddd_011199286_mpeg21_p012_image

De sluiting van Beresteyn als seminarieopleiding in juli 1968 verliep dus soepel. In de jaren daarna toen het als internaat functioneerde werden de opleidingen die de studenten volgden in de omgeving steeds meer divers, zoals de LEAO en MEAO, MAVO en HAVO, MTS en PWA enz. maar de doorstroming naar Oirschot al of niet via Schimmert was voorbij. Het open internaat sloot zijn deuren in 1983.

Studiejaar 1960-1961 Het jaar dat het grootste aantal studenten op Beresteyn telde, n.l. 76. Er waren dat jaar 12 paters en 9 broeders, die helaas niet allemaal op de foto staan.

Studiejaar 1960-1961 Het jaar dat het grootste aantal studenten op Beresteyn telde, n.l. 76. Er waren dat jaar 12 paters en 9 broeders, die helaas niet allemaal op de foto staan.

OIRSCHOT – TILBURG

Na heel wat heen en weer gepraat, waar elders al over geschreven is (zie op pagina Oistschot bij ‘Pers en Publicaties’, meerdere artikelen), werd besloten het restant aan studenten en aspirant-broeders te laten verhuizen van Oirschot naar de grote stad, Tilburg, Kapelmeesterlaan. Als eerste (op 9 september 1969) betrok een groep de huisnummers 499 en 501. Deze groep kwam onder leiding van pater Charles Voncken ( die al een leidinggevende functie in Oirschot had). Broeder Bram van de Broek ( afkomstig van Beresteyn) werd de kok, ook voor de andere groep. Bij de groep “Voncken” sloten zich aan : Theo van der Geest, Harry Janssen, Willy Lemmens, Herman Bart(die na zijn opleiding in Beresteyn een broederopleiding volgde in Oirschot en later MO theologie in Tilburg), Wim Dolmans en Jos Gubbels, deze beiden nog uit Ste Marie.
De andere groep vertrok op 10 oktober o.l.v. pater Wiel Logister (die net zijn opleiding in Leuven voltooid had). Deze groep bestond verder uit Peter Denneman, br. Piet van Hoof, Wim Peeters, Pierre Brouns, Wim Hamersma, Jan Kaptein ( die na een jaartje Schimmert weer naar Beresteyn was gegaan om op het Adelbert in Wassenaar zijn gymnasium opleiding af te maken) en Wim Schoevaars ( ook uit Beresteyn, met de opleiding Schola Carolina in Den Haag achter de rug). Zij kwamen op de huisnummers 569 en 571. Het flatgebouw s waar ze introkken was net gebouwd en van de 48 woningen waren er nog maar 10 bewoond toen ze erin trokken.
Deze twee groepen vormden een gemengd gezelschap uit diverse opleidingen maar begonnen vol goede moed aan een verblijf in Tilburg ad experimentum. De inzet was om met elkaar een religieuze communauteit te vormen. Het had iets van een klein en arm gezelschap uit de dagen van Montfort.
Hoewel ieder zijn eigen kamer had was het wel even iets anders dan Oirschot, de lange gangen uit Schimmert of het bos van Beresteyn. Daar kwam nog bij dat meerderen een paar bewogen jaren uit Oirschot meenamen, waar het in de laatste maanden helemaal niet accordeerde tussen de fraters en de meeste paters.
Een stramien werd gevonden in een vrij strikte dagorde die begon met een morgendienst of gebedsviering, gezamenlijk eten zowel ’s morgens als ’s avonds en driemaal per week een eucharistieviering. Zondags bezocht men een viering in de kerk van de montfortanen ( Parochie Stokhasselt o.l.v. pater Frits Tesser jr.). In die parochie organiseerde men ook een jongerenmis. In Oirschot was er al ervaring mee opgedaan. Alleen moest de opzet nu iets anders zijn omdat er nauwelijks jeugd vanaf 17 jaar in die wijk woonde. Daarom richtte men zich op de jeugd van 13 tot 16 jaar. Theo van der Geest vond een paar muzikanten, dat waren een organiste, een drummer, een trompettist en twee gitaristen. Daarnaast was er een bestaand meisjeskoor van 20 personen in de leeftijd van 13-15 jaar en natuurlijk waren de mannenstemmen uit de beide gemeenschappen ook beschikbaar.
De twee groepen leefden apart van elkaar. Eten, bereid door br. Bram van den Broek, werd opgehaald met gamellen vanuit zijn keuken.
Afgesproken was ook, hierbij komt de gedachte aan een arm gezelschap van de beginjaren naar boven, om als groep zelf voor hun onderhoud te zorgen, dus geld te verdienen. Dat lukte in de ene groep wat beter dan in de andere. Op zaterdag werd er gewerkt in de broodfabriek van Smarius en br. Piet van Hoof had een betaalde stageplaats in Best op een betonfabriek. Een van de bewoners
werkte bij de NCB in Boxtel en bracht regelmatig gratis vlees mee. Ook werd er geld verdiend met babysitten. Daar werd zelfs nog een hond mee verdiend, maar dan gratis want men wilde de hond kwijt omdat ze geen rashond was. Ze werd liefderijk opgenomen in de groep van Wiel Logister. De hond heette Peppi en ging later naar de ouders van Wim Peeters. Een echt grote inkomstenbron werd de studiebeurs. Meerderen kregen de volledige beurs van 4250 gulden, anderen een gedeelte en een enkeling kreeg niets omdat zijn vader teveel verdiende. Jammer was wel dat de kinderbijslag terugbetaald moest worden en ze niet meer dan 500 gulden bij mochten verdienen. Men leefde sober en ieder kreeg een vast bedrag, berekend naar diverse vaste uitgaven, waar men mee uit moest komen. De twee groepen die samen een gezamenlijke administratie voerden hielden het eerste jaar nog 1000 gulden over waar ze heel trots op waren.
In plaats van de jaarlijkse tijdelijke geloften legde men een solidariteitsverklaring af.
De groepen wisselden nogal van samenstelling. Ik probeer hier een overzicht te geven, maar er ontbreekt zeker het een en ander omdat er geen goede schriftelijke bronnen van deze tijd bestaan.
Er kwamen nieuwen bij en anderen gingen weg. Bij de groep van Charles Voncken kwam Jo Cörvers erbij en Martien Agterberg kwam bij Wiel Logister. Hij was afkomstig van Beresteyn en was de laatste uit Schimmert nadat hij zijn gymnasium in Heerlen had afgesloten. Deze groep moest er later nog een flat bij huren toen Anton van Noye, Henk Kalter en Jan Lathouwers erbij kwamen, de laatste twee ook al afkomstig van Beresteyn. Jan ging werken als kok in een verzorgingshuis in Boxtel.
De broederopleiding die verhuisd was van Zevenaar naar Oirschot dunde steeds verder uit en stopte helemaal toen br. Willy Dieker vertrok. De laatsten kwamen nog voor kortere of wat langere tijd naar Tilburg zoals Frans de Bresser , Henk Kanninga en Henri Willems.
Het lukte niet om het aantal op peil te houden. In 1971 werd Peter Denneman priester gewijd en in 1972 Theo van der Geest. Henk Kalter op 18 maart 1973 maar toen werkte hij al op Beresteyn. Harrie Jansen op 25 maart en Wim Peeters in 1974. Zij waren ook al weg uit Tilburg en deden al elders stage respectievelijk in Denemarken en Portugal. Piet van Hoof, Jan Lathouwers en Herman Bart verbonden zich als broeder aan de congregatie en vertrokken uit Tilburg.
Anderen maakten hun theologieopleiding niet af of volgden stage buiten Tilburg.
In juli 1973 werd de groep van Wiel Logister opgeheven, een jaar eerder al die van Charles Voncken. Kok Bram van den Broek was ook al eerder vertrokken. Zijn kokswerk werd overgenomen door een mevrouw.
Ook de studentencommuniteiten van andere congregaties en orden hielden in die tijd op te bestaan.
Hiermee hield het experiment op te bestaan. Hoe het kwam ? Een van de bewoners verwoordde het als volgt: Het lag niet aan het park ( in Oirschot), het lag niet aan de flats in de grote stad; het was eenvoudig de tijdgeest.

NOVICEN AFKOMSTIG VAN BERESTEYN

Hoeveel studenten begonnen hun opleiding in Heiloo-Haagsche Schouw en Beresteyn? In het schooljaar 1950-1951 in Heiloo begonnen er 11 studenten aan hun opleiding.
Op de Haagsche Schouw kwamen in de schooljaren 1951-1955 26 nieuwelingen.
Gedurende de schooljaren 1955-1982 vonden 601 studenten hun weg naar Beresteyn.
In de loop der jaren gingen er vanuit deze opleidingen 89 studenten naar Ste Marie in Schimmert.
Verder is er dit overzichtje:
schermafbeelding-2016-11-24-om-16-31-30

image009

Hoe kunnen we het einde van de montfortaanse opleidingen beter in beeld brengen…

Hoe kunnen we het einde van de montfortaanse opleidingen beter in beeld brengen… … dan door de afbraak van Ste Marie in Schimmert die – jawel, echt – op 1 april 2003 begon?

Met dank aan Pierre Brouns, Martin Agterberg, Anton van Noye, Jacques Camps, Peter Stevens, Wiel Logister, Hub Packbier, Wim Peeters (zijn brieven uit die tijd).