Beresteyn in “Montfortanen in de Lage Landen”

Beresteyn in “Montfortanen in de Lage Landen”

Deze website is een behoorlijke aanvulling op het onderstaande boek, waarin bijna alles over het ontstaan van het montfortaanse seminarie in Heiloo en later Voorschoten, wordt gemist.

image001-1

Op 19 en 20 augustus 2006 werd in Schimmert feestelijk de gebeurtenis herdacht dat de Paters Montfortanen en de Dochters der Wijsheid 125 geleden, nadat ze uit Frankrijk waren verdreven, in Schimmert waren neergestreken, en zo hun blijvende aanwezigheid in Nederland waren begonnen. Bij deze gelegenheid werd het geschiedenisboek openbaar gemaakt “Montfortanen in de Lage Landen”, geschreven door Jan Matthijs Schoffeleers smm.

Het is een afgeladen vol boek, met veel aandacht voor de provinciale en generale kapittels, de vormingsinstellingen (seminaries en noviciaten), de parochies, de stichtingen en de werken; met veel aandacht voor de missiegebieden. Ook is er veel aandacht voor de discussies over de montfortaanse (Mariale) spiritualiteit, wat het boek voor belangstellenden zeer interessant maakt.

Maar wie in dit boek speurt naar het ontstaan en het reilen en zeilen van het klein seminarie van deze paters in Beresteyn, komt enigszins van een koude kermis thuis. Eigenlijk komt men alleen iets tegen over de neergang, de afbouw en het sluiten van de zaak, niets over het ontstaan en de ontwikkeling ervan.

Zo komt één van de pioniers van de apostolische school in Heiloo en later de Haagsche Schouw en Beresteyn in Voorschoten, pater Polder, in het hele boek niet voor. Over broeder Borromeus, die nog nooit had gekookt en toch een geweldige en toegewijde “keukenpiet” werd, geen woord. En van de andere pionier, pater E. Bernhard, is alleen dit over zijn vertrek te lezen:

“In 1965 werd de school in Bunde gesloten. Men verhuisde naar Zevenaar waar de Broeders van Maastricht een soortgelijke opleiding hadden. Overste van de montfortaanse afdeling werd pater Emmanuel Bernard, die een langjarige ervaring had als Ieraar en prefect in Schimmert en Heiloo-Beresteyn. Hij werd o.a. bijgestaan door de paters Jo van den Asdonk en Peter Stevens en door de broeders Pius (Hub Packbier), Jacobus (Mathias Muitjens) en Bona (Math Heijendaal). De school werd wegens gebrek aan kandidaten gesloten in 1969. Het handjevol montfortaanse kandidaten zette de opleiding voort in Oirschot, ook weer onder leiding van pater Bernard.” (p. 247)

“Na het vertrek van de jongeren werd de leegstand in Oirschot een nog nijpender probleem. Er was aanvankelijk nog een groepje aspirant-broeders onder leiding van pater Emmanuel Bernard en de broeders Charles Heijnen en Willy Dieker, maar dat duurde niet lang. De paters, zusters en broeders moesten een nieuw leven gaan leiden.” (p. 320)

Dat is wat weinig over diens betekenis voor Beresteyn.

Gelukkig valt er in de Kronieken van Heiloo en Voorschoten heel wat meer te lezen over de verwikkelingen, de inspanningen, de tegenwerking en de afstandelijkheid van de eigen overheid.

Wanneer eindelijk voor het eerst iets over Voorschoten wordt gezegd, gaat het meteen over de afbouw.

Voorschoten

In Voorschoten maakte men zich in die dagen zorgen over het groots opgezette kleinseminarie van het bisdom Rotterdam te Noordwijkerhout. De diocesane clerus was met klem gevraagd ervoor te zorgen dat het seminarie voldoende leerlingen zou trekken. De leiding van Beresteyn denkt, ondanks deze dreigende concurrentie, het hoofd boven water te kunnen houden als het enige patersseminarie in het bisdom Rotterdam. Maar in 1966 gaat de staf, op aandringen van het provinciaal bestuur, ernaar streven de school geleidelijk tot een convict om te vormen.

Als er meer jongens buiten Beresteyn naar school zouden gaan, zouden er minder krachten nodig zijn voor verantwoord onderwijs op Beresteyn zelf. Zo geschiedde.

In september 1968 werd Beresteyn een convict.

Intussen wordt de situatie van de kleinseminaries en convicten zó nijpend dat er, na overleg tussen het Nederlandse episcopaat en de Stichting Nederlandse Priester Religieuzen, wordt voorgesteld om te streven naar enkele goed bezette en geoutilleerde kleinseminaries binnen de Nederlandse kerkprovincie, onder gezamenlijk beheer van de bisschoppen en de provinciaals. Voor een klein aantal van dergelijke instituten ziet men ‘nog wel degelijk’ een goede levenskans, mits beide partijen hun principiële bereidheid tot loyale samenwerking garanderen. Tegen kerstmis 1967 moet er een uitgewerkt plan klaarliggen, wil men in september 1968 met het onderwijs kunnen starten. Het is bij die vrome wens gebleven. Aan het einde van het mandaat Heiligers, voorjaar 1969, daagt het einde van Schimmert en Beresteyn als montfortaans vormingshuis; ze lijken steeds meer op een gewoon internaat.” (p. 276)

Voorschoten

In Beresteyn vroeg men zich al in 1969 af, hoe zinvol het was om het internaat nog langer aan te houden. Vanaf 1951 tot 1967 had Beresteyn ongeveer negentig leerlingen naar Ste Marie gestuurd voor verdere studies. Negentien van hen werden uiteindelijk priester. In 1966 begon de omslag. Op een enkeling na koos niemand meer voor een vervolgopleiding bij de montfortanen. En dat ondanks een versterking van de rekrutering tot maar liefst vijf paters. Voorschoten ging verder als open internaat tot 1983. Een gemakkelijke beslissing was dat niet. Enkele paters-Ieraren, zoals Jan Lortye, André Lemmens, Jacques Schrama en Richard Schreurs, gingen in deze jaren elders wonen en werken.” (p. 319)

Wat de oud-student hier leest is – door de provinciaal-bestuurlijke invalshoek – van enigszins ‘hoger’ niveau. Hij verneemt dingen waar hij nooit over hoorde en niets van wist. Maar tegelijk mist hij heel veel en met name die dingen die belangrijk waren en nóg zijn vanuit zijn perspectief.

Kortom, het moge duidelijk zijn dat wat deze website aan informatie en specifieke details biedt, een flinke aanvulling betekent op het boek van historicus pater Schoffeleers. Deze website kan gezien worden als een hommage aan hen die het waard zijn herinnerd te worden en die het niet verdienen buiten de geschiedenisboeken gehouden te worden.

Stan Verdult

donderdag 24 mei 2007